Johanna Kouwenaar e Hendrik Freijer (1876-1955).
- Professione: contabile Concertgebouw, Amsterdam.
- Residenze: Amsterdam.
- Relazione con Mahler: nel 1906 ebbe successo Hendrik (Han Henri) de Booy (1867-1964) in qualità di amministratore del Amsterdam Royal Concertgebouw Orchestra (RCO / KCO). Lasciato nel 1922.
- Corrispondenza con Mahler:
- Nato: 24-09-1876
- Morto: 24-12-1955 Amsterdam, Paesi Bassi.
- Sepolto: 28-12-1955
Anche scritto: Hendrik Freyer.
- 29-05-1902 Sposato con Johanna Kouwenaar (nata il 06-03-1880, deceduta 00-00-1950, sepolta l'08-06-1950 Amsterdam).
- Vedi anche: Foto Gustav Mahler e Hendrik Freijer in Concert Hall.
- Era molto preciso e ha seguito gli ordini di Willem Mengelberg (1871-1951).
- Ha conservato le sue lettere personali (di molti compositori) quando se ne andò nel 1922.
- In 1999 l' Amsterdam Royal Concertgebouw Orchestra (RCO / KCO) ha acquistato le lettere dalla famiglia Freijer in un'asta.
- Indirizzo di casa: Johan Verhulststraat 13E, Amsterdam, Paesi Bassi.
11-04-1913 Membri del consiglio di amministrazione della Royal Concertgebouw. Foto scattata in occasione del 25 ° anniversario. Da sinistra a destra: Jan Dudok van Heel (1867-1930), Henricus Joannes van Ogtrop (1866-1914), Richard van Rees (1853-1939), Gerrit Hendrik de Marez Oyens (1811-1883), Hendrik (Han Henri) de Booy (1867-1964) e Hendrik Freijer (1876-1955). Sul retro un'acquaforte di Gustav Mahler (1860-1911) by Emil Orlik (1870-1932).
Recensione del libro "Conserva queste lettere, per favore", 1998 (olandese)
Brieven aan het Concertgebouworkest; "Bij u te dirigeren beschouw ik als plezier"
"Het honorarium dat u mij voor Amsterdam aanbiedt, accepteer ik gewoon", schreef Gustav Mahler aan Willem Mengelberg. Hoe het dagelijks leven van het Concertgebouworkest eruit zag tussen 1904 en 1922 blijkt uit de matchentie. Volgende week verschijnt een boek met de brieven van onder meer Schoenberg en Debussy.
Het boek "Conserva queste lettere, per favore" verschijnt 13 febr. bij uitg. Toth, Bussum.
"Bewaar svp de brieven!", Schreef dirigent Willem Mengelberg del 22 agosto 1909 è stato presentato in breve tempo da Hendrik Freijer, amministratore di Amsterdamse Concertgebouw. Mengelberg zat in het Zwitserse Oberalp-Passhöhe "hoog in de sneeuw, daarom schrijf ik zo onduidelijk, m'n handen zijn stijf van de kou".
In breve aan 'Waarde vriend Freijer' stuurde Mengelberg niet alleen 'eenige briefjes ecc.' maar hij gaf hem ook negen genummerde opdrachten en suggesties for the organiseren van de komende concerten. 1. Freijer moest proberen het concert in Den Haag van Mahler met diens Zevende symfonie acht dagen uit te stellen of anders proberen de violist Fritz Kreisler te engageren. 4. "Schelling moet ook weer eens komen, is goedkoop." 5. Max Reger zou een goede vervanger zijn voor Mengelberg, anche morire a Francoforte zou dirigeren. “Kost smentisce 400 marchi. ('n kóópie). " 9. “Rasse wil dirigeeren. Kan dat dit seizoen of niet? "
Freijer è stato een nauwgezet administrateur en bewaarde inderdaad zorgvuldig alle brieven aan Mengelberg, hemzelf en het orkest - ze liggen nu in het Amsterdamse Gemeentearchief. Toen Freijer nel 1922 wegging bij het Concertgebouw, nam hij echter 197 brieven mee. De meeste waren aan hem geschreven door meer dan 100 verschillende musici. Het moet een minieme selectie zijn geweest uit achttien jaar administratief en organisatorisch werk voor het orkest. Dat duidt erop dat hij alleen een keuze meenam, come persoonlijk eandenken aan het contact met componisten en uitvoerende musici. Zij vormden de toenmalige top van de internationale muziekwereld: Debussy, Mahler, Schoenberg, Strauss en vele anderen.
Su Freijer (1876-1955), die zowel het Concertgebouw als het Concertgebouworkest beheerde, is weinig bekend. Anche il successo di van de wensen van Mengelberg ha avuto una posizione di rilievo. Omdat Willem Mengelberg, die voor het oog van de wereld een dictator was, tijdens repetities volstrekt geen orde kon houden, was Freijer vaak daarbij aanwezig om misdragingen van orkestleden te noteren. Hij werd nel 1922 opgevolgd porta Rudolf Mengelberg, een verre achterneef van de dirigent.
Niet alleen Freijer bewaarde de brieven zorgvuldig, dat deden later ook zijn erfgenamen. Pas vorig jaar verschenen ze in de catalogus van het Haarlemse veilinghuis Bubb Kuyper voor de veiling van 3 dicembre. Het Koninklijk Concertgebouworkest verhinderde de openbare verkoop en kocht de brievenverzameling voor 20.000 gulden sponsorgeld.
Metà dicembre kreeg het Concertgebouworkest de brieven in handen en volgende week al verschijnt een boek. 41 brieven uit de collectie worden in facsimile en in kleur afgedrukt, samen met transscripties van de teksten en Engelse vertalingen. Het lezen van veel brieven era erg lastig, in sommige brieven valt af en toe slechts een woord te herkennen. Zo schreef Schoenberg oud-Duitse gothische letters in un lopend handschrift. Il prof. Marius Flothuis (83), artista oud leider van het Concertgebouworkest, bleek een van de weinigen die dat nog zó kunnen lezen. Ook de Mahler- en Diepenbrockdeskundige prof. Reeser (89) era behulpzaam bij het geven van uitleg su kwesties die in de matchentie ter sprake komen.
Afscheidsgeschenk
De snelle publicatie è niet alleen een bewijs voor het enthousiasme over het terugvinden van deze brieven en het internationale belang ervan. Het boek è ook een afscheidsgeschenk van het orkest voor de zakelijk directeur Willem Wijnbergen, die de brieven onverwijld liet kopen, en een onzalige verspreiding voorkwam. Wijnbergen leidt vanaf 1 maart de Los Angeles Philharmonic Association.
De lijst met namen van de briefschijvers is imposant en weerspiegelt bovendien hoe snel het in 1888 opgerichte Concertgebouworkest dankzij Mengelberg (chef-dirigent sinds 1895) was uitgegroeid tot anden van de belangrijkste muziekcentra in de weruziekenti. Er waren contacten met componisten als Busoni, Debussy, Diepenbrock, Elgar, Grieg, Mahler, Reger, Schoenberg, Skrjabin en Strauss. Er zijn brieven van dirigenten come Max Fiedler, Carlo Muck (1859-1940), Arthur Nikisch, Bruno Walter e Felix Weingartner. Er è corrispondente incontrato strumentista come Alfred Cortot, Carl Flesch, Fritz Kreisler, Marguerite Long, Arthur Schnabel e Eugène Ysaye.
Van sommige brieven era uit andere corrispondente bekend dat ze ooit moesten hebben bestaan - hun opduiken vult een aantal hiaten in de muziekhistorie. De overige brieven behelzen vaak interessante aanvullingen - hoe klein soms ook - op de biografieën van tal van musici.
Voor het overige toont de matchentie het dagelijks leven van een orkest. Veel brieven gaan over honoraria, de keuze van repertoire, de solisten, de repetitieschema's, reismogelijkheden en hotelreserveringen. Il periodo 1904-1922 era voor het orkest erg roerig en dat blijkt ook vaak uit de brieven. Een heftig conflitto over de eigenzinnigheid van Mengelberg en over de positie van het orkest binnen het Concertgebouw, een commerciële NV, leidde in 1904 tot het ontslag van de opstandige administrateur Willem Hutchenruyter (1863-1950), de voorganger van Freijer.
Een aantal musici, oltre all'incontro del concertmeester André Spoor, è stato ascoltato in legde all'Aia de Base per la Residentie Orkest. Nel 1906 una volta incontrò la sua Haagse Diligentia, che lavorava ad Amsterdamse Concertgebouworkest inruilde voor het Residentie Orkest. Mengelberg ha iniziato a partecipare a una serie di serie a Den Haag: de 'Mengelbergconcerten'. Dirigenten en solisten die voor het Haagse orkest werkten, werden in Amsterdam geboycot.
Piacere
Omgekeerd eiste het Residentie Orkest ook exclusiviteit, zo blijkt uit een tonutoe onbekende kaart van Gustav Mahler aan Willem Mengelberg, die moet zijn geschreven tussen april en juni 1907. "In Den Haag heb ik mij verplicht diren. Il nostro piano è dus onuitvoerbaar. Het honorarium dat u mij voor Amsterdam aanbiedt, accepteer ik gewoon (in Den Haag krijg ik overigens 1000 gulden). Ad Amsterdam bij u te dirigeren beschouw ik nu en de toekomst als plezier en ik zal me steeds aan uw mogelijkheden aanpassen. Ik vraag echter zulke afspraken over honoraria vertrouwelijk te behandelen, omdat ik elders niet voor minder dan 1000 gulden dirigeer. "
Mengelberg trad vanaf 1907 op als gastdirigent in Frankfurt, waardoor moest worden gezocht naar vervangers, goede maar het liefst ook goedkope. Mengelberg: "Reger è goed en de Brahmsliefhebbers zullen tevreden zijn." De financiële situatie was altijd moeilijk, de salarissen voor de musici waren laag. De eerste gemeentelijke sussidie kwam nel 1911, de eerste rijkssubsidie nel 1919.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog è stato l'ultimo contatto internazionale per te onderhouden. Richard Strauss moest complotta zijn pas vernieuwen: “Of ik die dinsdag heb is op zijn minst twijfelachtig en dan kan ik woensdag niet op reis. Scheusslich! "
Gérard Hekking, de solista violoncellista van het orkest, aveva de Franse nationaliteit en vocht tegen de Duitsers in de loopgraven. Hij schreef aan Freijer: “L'inverno è stato verschikkelijk en ik ben verbaasd dat ik nog leef. (-) Ik heb hier zelfs een cello en ik speel bij de general, die aardig voor mij is. "
De opvallendste brief è van Mahlers echtgenote Alma, met paarse inkt geschreven in reusachtige letters. Ze nodigt Henk de Marez Oijens, een leraar aan het Barlaeusgymnasium die programmatoelichtingen schreef, uit om in de zomer naar de Mahlers te komen. Ze eindigt met de verzuchting "De aarde zou een paradijs zijn als men meer geld had."
Er is ook an telegram van de Oostenrijkse kanselier Karl Renner, verstuurd na afloop van het Mahler Feest nel 1920. Hij dankt voor "de hommage die is gebracht aan de nagedachtenis van Mahler en de bewezen aan de Oostenrijkse muziekkunst."
De brief van Karl Muck, van 1921 to 1925 vaste dirigent naast Mengelberg, zet de tijd stil. Vanuit München vraagt hij Freijer om voor hem in Amsterdam een Waterman-vulpen van het type 'Ideal' te kopen in un winkel "vlakbij hotel de l'Europe en bij een straat die 'Rock' heet, of zoiets." Hij bedoelde Akkerman in de Kalverstraat, achter het Rokin. Al werd de zaak nel 1924, een ander pand verplaatst, Akkerman è nog altijd gevestigd in de Kalverstraat.
Corrispondente Afgebeelde
GUSTAV MAHLER AAN WILLEM MENGELBERG - Mijn beste vriend, In Den Haag heb ik mij verplicht dit seizoen geen ander concert te dirigeren. Il nostro piano è dus onuitvoerbaar. Sta u echter gaarne ter beschikking come u dat in aansluiting op Den Haag wenst. Het honorarium dat u mij voor Amsterdam aanbiedt, accepteer ik gewoon (in Den Haag krijg ik overigens 1000 gulden). Ad Amsterdam bij u te dirigeren beschouw ik nu en de toekomst als plezier en ik zal me steeds aan uw mogelijkheden aanpassen. Ik vraag echter zulke afspraken… (bovenaan :) NB Als u op de 6de nog iets wilt (eventueel met Messchaert), zou dat uiteindelijk ook gaan.
ARNOLD SCHOENBERG AAN HENDRIK FREIJER - 16 marzo 1914. Zeer geachte heer, Ik wend mij tot u met het verzoek het Concertgebouworkest nog a keer te zeggen dat ik zijn prestatie het allerhoogst bewonder en het buitengewoon dankelien mi piace uitstekende uitvoering tot stand te brengen. Ik verheug me er bijzonder op volgend jaar met u mijn Gurrelieder ten gehore te brengen. Dan vraag ik het bestuur van het Concertgebouw mijn hartelijkste dank over te brengen voor het eerbetoon met de lauwerkrans. Het is de eerste die ik bewaar !! Nog een verzoek: ik vergat mijn orkestpartijen mee te nemen. Zou u de bijzondere vriendelijkheid willen hebben die mij te laten sturen? Misschien wil de heer Dopper nog mijn verbeteringen laten kopiëren. (Mijn partijen zijn alle met mijn naam gestempeld en lagen in een map met inhoudsopgave)
AAN HET MAHLER FEEST-COMITÉ - 20 mei 1920. De regering van de Oostenrijkse republiek groet het geëerde comité ter gelegenheid van de schitterend verlopen uitvoering van het Mahler Feest in Holland en dankt hartelijk voor de hommage die is gebrachtenis de Mahler bewezen eer aan de Oostenrijkse muziekkunst. Staatskanselier Renner
Adreszijde van Kaart van Edward Elgar aan de heer Hen. Freijer Amsterdam Joh. Verhulststr. 13 E.
ALMA MAHLER AAN HENK DE MAREZ OIJENS - De aarde zou een paradijs zijn come men meer geld had.
EDWARD ELGAR AAN HENDRIK FREIJER - 16 giugno 1904. Malvern, giorno 16.04 Heel veel dank. Ik stuur met veel plezier een programma van Cockaigne. Incontrato il beste wensen Edward Elgar. (het muziekcitaat is uit Elgars The dream of Gerontius).